(4 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Geboren te Medan, Sumatra, Indonesië. Bramine Eelcoline Marie van Wely (Medan, 22 oktober 1924 - 's-Gravenhage 14 maart 2007) was een Nederlands illustratrice en auteur van kinderboeken. Naast kinderboeken illustreerde ze boeken voor de gezondheidszorg, maakte ze affiches en ontwierp ze de kinderpostzegels in de jaren 1971 en 1978. Ze was de dochter van Jacques van Wely (1892-1949), ingenieur bij de Spoor- en Tramwegen, en Maria Elisabeth van der Valk (1901-1990). Ze had een jongere zus Danja (1926) en broer Allard (1928). Babs van Wely bracht haar vroege jeugd afwisselend in Nederland en Indië door. Als kind tekende ze veel, wellicht daarbij geïnspireerd door de illustraties van de Britse Arthur Rackham en de Franse Edmund Dulac in de boeken die haar moeder haar liet lezen. Na de lagere school zat Babs op het lyceum in Bandoeng en vervolgens de hbs in Soerabaja. De school kon ze niet afmaken omdat de oorlog uitbrak en het gezin naar een Japans interneringskamp moest, in Bandoeng en later in Banjoebiroe. Daar begon ze tekeningen voor kinderen te maken. Ook legde ze haar impressies van het kampleven vast in een tekendagboek. In het kamp werkte ze voor het eindexamen hbs-b, op grond waarvan haar in maart 1946, ruim een half jaar na de bevrijding uit het kamp, een zogenoemd nooddiploma werd verstrekt door het Departement van Onderwijs en Eeredienst. Na de oorlog kwam zij naar Nederland, waar ze schilderles volgde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. In juni 1955 verhuisde Babs van Wely naar de Jan Nassaustraat in Den Haag. Een jaar later kreeg ze van uitgeverij Holland een opdracht voor het illustreren van het kinderboek ‘De jacht op de rode ponnie’ (1956) van Mies Bouhuys. Na haar opleiding woonde ze een jaar in Engeland en werkte daarna enkele jaren bij een reclamebureau. Van 1963 tot 1984 gaf ze les aan bovengenoemde Academie in Den Haag. Babs van Wely werkte vooral met pen en Oost-Indische inkt, gecombineerd met andere technieken als gewassen inkt en krijt. Ze gebruikte ook gras, bloemen en bladeren, die ze beïnkte en op papier afdrukte. In 2002 verhuisde Babs van Wely naar bejaardentehuis Oldeslo in Den Haag. Na een periode van afnemende gezondheid, ze had een nierziekte, overleed ze hier.
+
Geboren te Medan, Sumatra, Indonesië. Bramine Eelcoline Marie van Wely was een Nederlands illustratrice en auteur van kinderboeken. Naast kinderboeken illustreerde ze boeken voor de gezondheidszorg, maakte ze affiches en ontwierp ze de kinderpostzegels in de jaren 1971 en 1978. Ze was de dochter van Jacques van Wely (1892-1949), ingenieur bij de Spoor- en Tramwegen, en Maria Elisabeth van der Valk (1901-1990). Ze had een jongere zus Danja (1926) en broer Allard (1928). Babs van Wely bracht haar vroege jeugd afwisselend in Nederland en Indië door. Als kind tekende ze veel, wellicht daarbij geïnspireerd door de illustraties van de Britse Arthur Rackham en de Franse Edmund Dulac in de boeken die haar moeder haar liet lezen. Na de lagere school zat Babs op het lyceum in Bandoeng en vervolgens de hbs in Soerabaja. De school kon ze niet afmaken omdat de oorlog uitbrak en het gezin naar een Japans interneringskamp moest, in Bandoeng en later in Banjoebiroe. Daar begon ze tekeningen voor kinderen te maken. Ook legde ze haar impressies van het kampleven vast in een tekendagboek. In het kamp werkte ze voor het eindexamen HBS-b, op grond waarvan haar in maart 1946, ruim een half jaar na de bevrijding uit het kamp, een zogenoemd nooddiploma werd verstrekt door het Departement van Onderwijs en Eeredienst. Na de oorlog kwam zij naar Nederland, waar ze schilderles volgde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. In juni 1955 verhuisde Babs van Wely naar de Jan Nassaustraat in Den Haag. Een jaar later kreeg ze van uitgeverij Holland een opdracht voor het illustreren van het kinderboek ''De jacht op de rode ponnie'' (1956) van [[Persoon/466|Mies Bouhuys]]. Na haar opleiding woonde ze een jaar in Engeland en werkte daarna enkele jaren bij een reclamebureau. Van 1963 tot 1984 gaf ze les aan bovengenoemde Academie in Den Haag. Babs van Wely werkte vooral met pen en Oost-Indische inkt, gecombineerd met andere technieken als gewassen inkt en krijt. Ze gebruikte ook gras, bloemen en bladeren, die ze beïnkte en op papier afdrukte. In 2002 verhuisde Babs van Wely naar bejaardentehuis Oldeslo in Den Haag. Na een periode van afnemende gezondheid, ze had een nierziekte, overleed ze hier.
ws-page-props
Regel 6: Regel 6:
 
|Nat=Nederland
 
|Nat=Nederland
 
|DatumGeboren=22-10-1924
 
|DatumGeboren=22-10-1924
 +
|TerminusAQuo=1924-10-22
 
|PlaatsGeboren=Medan, Sumatra
 
|PlaatsGeboren=Medan, Sumatra
|LandGeboren=Indonesië
+
|LandGeboren=Indonesië
 
|DatumOverleden=14-03-2007
 
|DatumOverleden=14-03-2007
|PlaatsOverleden=Den Haag
+
|TerminusAdQuem=2007-03-14
 +
|PlaatsOverleden=Den Haag, Zuid-Holland
 
|LandOverleden=Nederland
 
|LandOverleden=Nederland
 +
|Pic=Wely-babs-van-317581-1648323299.jpg
 +
|ID=1118886
 
}}
 
}}

Huidige versie van 10 jul 2023 om 21:05

Geboren te Medan, Sumatra, Indonesië. Bramine Eelcoline Marie van Wely was een Nederlands illustratrice en auteur van kinderboeken. Naast kinderboeken illustreerde ze boeken voor de gezondheidszorg, maakte ze affiches en ontwierp ze de kinderpostzegels in de jaren 1971 en 1978. Ze was de dochter van Jacques van Wely (1892-1949), ingenieur bij de Spoor- en Tramwegen, en Maria Elisabeth van der Valk (1901-1990). Ze had een jongere zus Danja (1926) en broer Allard (1928). Babs van Wely bracht haar vroege jeugd afwisselend in Nederland en Indië door. Als kind tekende ze veel, wellicht daarbij geïnspireerd door de illustraties van de Britse Arthur Rackham en de Franse Edmund Dulac in de boeken die haar moeder haar liet lezen. Na de lagere school zat Babs op het lyceum in Bandoeng en vervolgens de hbs in Soerabaja. De school kon ze niet afmaken omdat de oorlog uitbrak en het gezin naar een Japans interneringskamp moest, in Bandoeng en later in Banjoebiroe. Daar begon ze tekeningen voor kinderen te maken. Ook legde ze haar impressies van het kampleven vast in een tekendagboek. In het kamp werkte ze voor het eindexamen HBS-b, op grond waarvan haar in maart 1946, ruim een half jaar na de bevrijding uit het kamp, een zogenoemd nooddiploma werd verstrekt door het Departement van Onderwijs en Eeredienst. Na de oorlog kwam zij naar Nederland, waar ze schilderles volgde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. In juni 1955 verhuisde Babs van Wely naar de Jan Nassaustraat in Den Haag. Een jaar later kreeg ze van uitgeverij Holland een opdracht voor het illustreren van het kinderboek De jacht op de rode ponnie (1956) van Mies Bouhuys. Na haar opleiding woonde ze een jaar in Engeland en werkte daarna enkele jaren bij een reclamebureau. Van 1963 tot 1984 gaf ze les aan bovengenoemde Academie in Den Haag. Babs van Wely werkte vooral met pen en Oost-Indische inkt, gecombineerd met andere technieken als gewassen inkt en krijt. Ze gebruikte ook gras, bloemen en bladeren, die ze beïnkte en op papier afdrukte. In 2002 verhuisde Babs van Wely naar bejaardentehuis Oldeslo in Den Haag. Na een periode van afnemende gezondheid, ze had een nierziekte, overleed ze hier.