(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | Geboren te Londerzeel. Jacob Lodewijk Gerard baron Walschap was een Vlaams schrijver, vooral van romans. Walschap | + | Geboren te Londerzeel, Vlaams-Brabant. Jacob Lodewijk Gerard baron Walschap was een Vlaams schrijver, vooral van romans. Walschap is het oudste kind van herbergier Florent Walschap en kruidenierster Anna Peeters. Na hem krijgen ze nog zeven kinderen. Hij was op school een goede leerling en wilde missionaris worden, en grootse dingen doen, volkeren bekeren, zoals hij later zelf zei. In Leuven begon hij aan de studie voor priester, maar vlak voor hij de eerste wijdingen zou ontvangen, stopte hij ermee. Hij besefte dat priesterschap en celibaat niet aan hem waren besteed. |
+ | |||
+ | Hij debuteerde met godsdienstig geïnspireerde, retorisch-romantische verzen (''Liederen van leed'', 1923; ''De loutering'', 1925), waarin eenzaamheid, weemoed en onrust de toon aangeven. Hij ging werken op de redactie van het katholieke Vlaamse weekblad ''Het Vlaamsche Land'' en later voor ''Hooger Leven''. Zijn verhalen wekten veel ergernis en de Rooms-Katholieke kerk maakte voortduren bezwaar tegen zijn werk. Hij brak met de kerk en publiceert het vlugschrift ''Vaarwel dan''. | ||
+ | |||
+ | Als schrijver debuteerde hij met romantische verzen en enkele katholiek getinte toneelstukken. Tijdens een vakantie in Wenduine in de zomer van 1928 begon hij met het schrijven van wat een novelle volgens de nieuwe inzichten moest worden. Maar, vertelde hij daarover zelf, "ik kon niet meer stoppen, ik schreef en schreef maar. En toen het af was, had ik ''Adelaïde'' geschreven." In de jaren dertig verschenen ''Een mens van goede wil'' (1936) en ''Houtekiet'' (1939), twee bekend gebleven romans. In 1948 verschijnt ''Zwart en Wit'' waarin hij de situatie van 1940-1945 weergeeft en vooral de collaborateurs hekelt, wat hem een lading nieuwe vijanden opleverde. Behalve veel Belgische onderscheidingen ontving hij in 1968 de Prijs der Nederlandse Letteren. In mei 1975 wordt hij door koning Boudewijn in de adelstand verheven en krijgt hij de titel baron. | ||
+ | |||
+ | In 1925 trouwde hij met Marie-Antoinette "Ninette" Theunissen, met wie hij vier zonen en een dochter kreeg. | ||
+ | |||
+ | Overleden te Antwerpen, Antwerpen. Walschap ligt begraven op het voor kunstenaars bestemde Erepark van begraafplaats Schoonselhof bij Antwerpen. |
Huidige versie van 30 dec 2023 om 16:08
Geboren te Londerzeel, Vlaams-Brabant. Jacob Lodewijk Gerard baron Walschap was een Vlaams schrijver, vooral van romans. Walschap is het oudste kind van herbergier Florent Walschap en kruidenierster Anna Peeters. Na hem krijgen ze nog zeven kinderen. Hij was op school een goede leerling en wilde missionaris worden, en grootse dingen doen, volkeren bekeren, zoals hij later zelf zei. In Leuven begon hij aan de studie voor priester, maar vlak voor hij de eerste wijdingen zou ontvangen, stopte hij ermee. Hij besefte dat priesterschap en celibaat niet aan hem waren besteed.
Hij debuteerde met godsdienstig geïnspireerde, retorisch-romantische verzen (Liederen van leed, 1923; De loutering, 1925), waarin eenzaamheid, weemoed en onrust de toon aangeven. Hij ging werken op de redactie van het katholieke Vlaamse weekblad Het Vlaamsche Land en later voor Hooger Leven. Zijn verhalen wekten veel ergernis en de Rooms-Katholieke kerk maakte voortduren bezwaar tegen zijn werk. Hij brak met de kerk en publiceert het vlugschrift Vaarwel dan.
Als schrijver debuteerde hij met romantische verzen en enkele katholiek getinte toneelstukken. Tijdens een vakantie in Wenduine in de zomer van 1928 begon hij met het schrijven van wat een novelle volgens de nieuwe inzichten moest worden. Maar, vertelde hij daarover zelf, "ik kon niet meer stoppen, ik schreef en schreef maar. En toen het af was, had ik Adelaïde geschreven." In de jaren dertig verschenen Een mens van goede wil (1936) en Houtekiet (1939), twee bekend gebleven romans. In 1948 verschijnt Zwart en Wit waarin hij de situatie van 1940-1945 weergeeft en vooral de collaborateurs hekelt, wat hem een lading nieuwe vijanden opleverde. Behalve veel Belgische onderscheidingen ontving hij in 1968 de Prijs der Nederlandse Letteren. In mei 1975 wordt hij door koning Boudewijn in de adelstand verheven en krijgt hij de titel baron.
In 1925 trouwde hij met Marie-Antoinette "Ninette" Theunissen, met wie hij vier zonen en een dochter kreeg.
Overleden te Antwerpen, Antwerpen. Walschap ligt begraven op het voor kunstenaars bestemde Erepark van begraafplaats Schoonselhof bij Antwerpen.