Al eerder recenseerde ik een boek van Kevin (of K.R. zo u wilt) Valgaeren en wel ‘Engelenlust’. Dat was geen fantastieke horror, maar heeft me evengoed een tijdje achternagezeten. Ik was daar heel erg van onder de indruk, dat mag gezegd. Maar verder had ik nooit iets van hem gelezen. Tijdens mijn drie maandelijkse speurtocht naar nieuwe verschijnende fantastiek liep ik tegen de herwerkte heruitgave van ‘De Ziener’ aan. Dat leek me een heel goed moment om het gemis aan vroegere Valgaerens goed te maken. Wat kon ik beter doen dan met zijn eersteling te beginnen. Het won ook nog eens de Schaduwprijs in 2012. Iets wat, op de een of ander manier, destijds totaal aan me voorbijgegaan was. Ik contacteerde Houtekiet met het verzoek me een recensie-exemplaar te sturen, wat ze per omgaande deden. Waarvoor dank.

Zoals gezegd las ik ‘De Ziener’ niet ten tijde van het verschijnen in 2011 bij Kramat. Ook de twee herdrukken niet, die daarna verschenen. Waarom niet? Geen idee! Maar het zal wel geweest zijn dat ik nog een stapel andere boeken te lezen had of dat mijn geld op dat moment op was. Wat de reden ook was... ergens ben ik wel blij dat ik de eerste druk niet gelezen heb, want het bespaart me het gedoe om de oude, met de nieuwe uitgave te gaan vergelijken. Daar ben ik, eerlijk gezegd, niet zo goed in en heb er ook vooral niet zo’n zin in. Ik wil gewoon in het verhaal duiken en ervan genieten. En... dat heb ik gedaan. Vooral het laatste, het genieten. Op het puntje van mijn stoel!

Het verhaal. Waar gaat het over. De proloog opent in het jaar 1538 en zuigt je als het ware meteen het boek in. De 16-jarige Mary, net twee maanden geleden ingetreden in het klooster te Borley, wordt verliefd op de 18-jarige broeder Valeth. Samen zijn ze van plan te ontsnappen uit het klooster en naar Londen te vertrekken. Ze worden betrapt. Valeth wordt vermoord en Mary wordt levend ingemetseld en sterft uiteindelijk, na zeven dagen, zonder een kik te geven. De tijd verglijdt en we komen in 2007 aan. De Belgische David Mayfair is een Ziener, iemand die voorbij het leven kan kijken en de dood kan observeren. Na de dood van zijn ouders wordt hij geadopteerd door zijn oom Dorian Walpole, ook een Ziener. David verhuisd naar Londen en wordt daar door zijn oom verder opgeleid als Ziener. Nadat zijn oom met een hartaanval in het ziekenhuis belandt, vind David een brief, uit Borley, geadresseerd aan zijn oom. Daarin het anonieme verzoek de gruwelijke dood van twee tienermeisjes uit het bewuste dorp te onderzoeken. Omdat zijn oom nu niet in staat is te gaan, wil David de zaken waarnemen, maar oom Dorian acht hem nog niet klaar voor zo’n karwei. Maar David vindt van wel en vertrekt naar Borley. Of hij er echt klaar voor is zal moeten blijken.

Ik ben gek op Gothic Horror. De uitvinder daarvan is ongetwijfeld Hugh Walpole die in 1764 The Castle of Otranto: A Gothic Story schreef. Andere voorbeelden van Gothic Horror zijn natuurlijk Edgar Allan Poe, Mary Shelley-Wollstonecraft, Bram Stoker en natuurlijk H.P. Lovecraft. Maar er zijn er natuurlijk nog veel meer, Wat dacht je bijvoorbeeld van de Bloedwettenreeks van onze eigen Sophia Drenth, die past ook prima in dit rijtje. En dan doet Kevin Valgaeren, een meer dan succesvolle poging om zich met ‘De Ziener’ in het rijtje der groten te voegen. In zijn eigen nawoord, in dit boek, de verheugende mededeling dat ‘Bloedlijn’, zijn tweede Ziener boek, in het najaar, (om precies te zijn in oktober) als heruitgave zal verschijnen. Ik sta nu al te trappelen van ongeduld!!!

Jos Lexmond