Allereerst excuses dat het zo lang duurde voordat de recensie dezes kwam. ‘De zwarte schim’ verscheen al in juni van dit jaar en het is nu december (januari inmiddels). Kwalijk, maar aan mij ging een heel medisch traject het laatste half jaar voorbij. Daarvoor ook al, maar niet zo heftig als dit half jaar. Het recenseren gaat me ook wat moeilijker af. Het kost wat meer tijd, maar daar laat ik me niet door weerhouden het te doen. Excuses aan Johan Klein Haneveld en Godijn Publishing zijn zeker op zijn plaats. Bij dezen!!!

Al een paar keer eerder vroeg ik me af of Johan kleine Haneveld nu eigenlijk een schrijver van korte verhalen, of een schrijver van romans was. Daar kwam ik telkens niet echt uit. Van de week las ik het interview (het eerste deel dan) met Frank Roger op Fantasize.nl en daar zei hij (als ik hem mag quoten (denk het wel)): “Het korte verhaal is een aparte literaire vorm. Een verhaal is niet zomaar een kort romannetje. De meeste auteurs zijn goed in het verhaal of in de roman, maar zelden in beiden.” Dat zinnetje zette me alweer aan het denken en na lang wikken, wegen en twijfelen moest ik hem toch gelijk geven. Uiteraard zijn er uitzonderingen. Een Jack Vance kon beiden heel erg goed en bijvoorbeeld Arthur C. Clarke was er ook best goed in, maar verder zie je toch dat een schrijver of het een, of het ander is. Frank Roger zelf is natuurlijk echt een korte verhalenschrijver, want Frank heeft nog geen roman gepubliceerd, maar dat zie ik hem ook niet doen. Hij is volmaakt tevreden met wat hij is. Maar goed, we hadden het nu niet over Frank, maar over Johan. Sinds bekend werd dat hij de EdgeZero Award 2021 (de trofee voor het verhaal dat door het lezend publiek als beste verhaal van een editie wordt uitgeroepen) met ‘Ontsnappingspoging’ gewonnen heeft, ben ik om en eruit. Johan is voor mij in eerste instantie een korte verhalenschrijver, met uitstapjes naar het romanschrijverschap, gelardeerd met uitwassen naar alle kanten die de Fantastiek ook maar te bieden heeft. Poe, Poe... dit was een zware bevalling.

Mag je daarom zeggen dat de boeken van Johan slecht zijn? Absoluut niet!!! In tegendeel zou ik haast zeggen, maar zijn kortere verhalen hebben iets van ‘Je ne sais quoi’ (ofwel... ik weet het niet), iets wat dus niet onder woorden te brengen valt, maar het is er wel. Ofwel... ik vind zijn korte verhalen net iets lekkerder dan zijn romans. Dit is lekker duidelijk, niet? Welaan... laat ik dan maar eens zeggen wat ik van ‘De zwarte schim’ vindt.

Space Opera... altijd leuk om te lezen. Keizerrijken, imperiale vloten, flar flung in de onmetelijke ruimte tussen melkwegen, gigantische ruimteslagen en militaire toestanden. Dat soort dingen komen er over het algemeen in voor, en hoe groter en meer hoe beter over het algemeen. Een aantal van deze Space Opera invloeden komen ook voor in Johans ‘De zwarte schim’. Maar... er zijn nog wat andere slimmigheidjes ingebakken, die je in eerste instantie niet door hebt, maar die je tegen het einde gaan verrassen. Dus leuk! Johan weet als geen ander de spanning op te bouwen en vast te houden, zodat je letterlijk en figuurlijk door het verhaal heen gesleurd wordt. Verder ga ik niet. Als je een rechtgeaarde SF-liefhebber bent, moet je ‘De zwarte schim’ gewoon aanschaffen en lezen. Voor mij was het een genot weer eens een echte Nederlandse Space Opera onder en door de ogen te krijgen.

Is de laatste alinea niet een beetje in tegenspraak met wat er daarvoor staat, Lexmond? Nee! Dat vind ik niet, want ondanks het feit dat ik genoten heb van ‘De zwarte schim’ blijf ik bij mijn standpunt dat Johans korte verhalen me toch meer aanspreken. Maar dat neemt absoluut niet weg dat ik zijn boeken hogelijk kan waarderen. Dus laat maar komen!!! Maar... de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat zijn bundel: ‘De laatste verkenner. Verre werelden, verre toekomsten’ die in april bij Godijn Publishing staat te verschijnen, een grote aantrekkingskracht heeft op me. Dus daar kijk ik alvast naar uit.