Wij Nederlanders zijn voor onze fantastiek, buiten onze eigen en Vlaamse schrijvers (niet te vergeten) heel erg gericht op de Angelsaksische landen als het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De rest hangt er maar een beetje los vast bij, ofschoon daar ook hele mooie verhalen geschreven worden. Van de week had ik nog een prachtig jeugdboek uit de bibliotheek dat ‘Een wonderlijke expeditie van robots’ heette. Prachtig vormgegeven, geïllustreerd, een mooi verhaal én vertaald uit het Tsjechisch. Het kan dus wel. Uitgeverij Luitingh-Sijthoff heeft zich, na Christelle Dabos, verder op de Franse markt georiënteerd en heeft Audrey Alwett bij dezelfde uitgeverij als Christelle Dabos gevonden. Een lovenswaardig initiatief, mag ik wel zeggen. Vooral ook gezien de kwaliteit van beide dames. Heel erg veel vertaalde Franstalige fantastiek kan ik me ook niet voor de geest halen. De tijdschriftenreeks Apollo gaf wat Franse titels uit. De twintig uitgaven van Space Story waren allen Frans van oorsprong. Jules Verne en Paul d’Ivoi uiteraard niet te vergeten. Maar verder zou ik er zo een, twee, drie geen kunnen noemen. Er zullen er zeker nog veel meer zijn, maar die zijn in het zwarte gat, dat mijn geheugen heet, verdwenen.
Maar goed... over tot de orde van de dag. De auteur van ‘De leerling-toveRaar’, Audrey Alwett, geboren in 1982, woont in de buurt van Parijs. Ze heeft een master in Franse literatuur en is hoofdredacteur bij een uitgeverij. Eerder schreef ze de graphic novel-serie Princess Sarah’en het Fantasy-boek Les Poisons de Katharz. Als je haar Franse Wikipedia pagina bekijkt dan lijkt ze in Frankrijk een stuk bekender te zijn dan bij ons. Maar je moet eens de eerste stap zetten naar bekendheid in ons land en dat is nu dus gebeurd.
De leerling-toveRaar is een leuk verhaal met leuke originele, en magische, vondsten als bijvoorbeeld een spreukenboek dat uit zichzelf beweegt en fladdert en naar je toekomt en hijgend op de tafel openvalt, waarzeggende chocolade beignets met fonkelsuiker en meer van dat soort dingen. In de eerste helft van het boek maken we kennis met Charlie en zijn oma, Vrouwe Melisse, die een groot magiër is. De proloog eindigt met voorspellende beignet met een briefje erin waar Charlie’s oma danig van onder de indruk is en vijf jaar later blijkt dat oma steeds meer van haar herinneringen kwijt raakt tot op het moment dat ze helemaal niets meer weet. Ook Charlie lijkt zich dan vrijwel niets van haar toverkunsten te herinneren, maar heeft zich wel voorgenomen een serieuze poging te wagen om de herinneringen van vrouwe Melisse terug te halen, hoe hoog de prijs ook zijn moge. Maar eerst moet Charlie zelf leren toveren. Van spreuken heeft hij weinig kaas gegeten, maar intuïtief lijkt hij over grote magische krachten te bezitten.
De vergelijking met Harry Potter is natuurlijk zo gemaakt, maar daar doe je Audrey Alwett zeker te kort mee. Ze heeft een prachtig nieuw en origineel verhaal geschapen, Het eerste deel van het boek verloopt nog vrij rustig. Het is waarin de hoofdpersonen redelijk uitgebreid geïntroduceerd worden en de verhaallijnen gelegd en uitgelegd worden. Dan, na een bijzonder schokkende mededeling (die ik zelf ook niet aan zag komen), komt het verhaal flink op stoom en vond ik het zelf meer dan interessant worden. Het eindigt met een knappe cliffhanger, die je naar het tweede deel doet verlangen. Hopelijk gaat het verschijnen daarvan niet al te lang duren. Geduld oefenen en afwachten. Er ziet waarschijnlijk niets anders op.