Dracula woonde eens op een afgelegen burcht in de Transsylvanische Karpaten, een oord waar de vampier welig tiert. De jonge Engelse advocaat Jonathan Harker doet angstwekkende ontdekkingen: graaf Dracula heeft spitse hoektanden, hij eet geen hap en laat zich nooit overdag zien. Hij is in geen spiegel zichtbaar, glipt door kieren en sleutelgaten, kan zich in een vleermuis veranderen en met het hoofd naar beneden langs loodrechte kasteelmuren klauteren. Harkers ontdekking komt te laat. Dracula gaat scheep naar Engeland om zich aan het Britse bloed te goed te doen. Het vampiermonster wordt ten slotte onschadelijk gemaakt, maar ten koste van niet hóéveel halsbrekende en ademstokkende avonturen en gevaren? Ons mag met trots vervullen dat de Amsterdamse professor Abraham van Helsing hierbij een belangrijke rol speelt. Met crucifix en knoflookkrans wordt Dracula achtervolgd tot in zijn laatste rustplaats: het graf.