Een klein meisje, Virginie, is radeloos. Haar dorp is verlaten. De bron is opgedroogd. Gevlucht naar een heuvel ziet zij met pijn in haar hart de bewoners vertrekken. Plotseling schrikt zij op van een geluid. Een fantastische pastelblauwe vogel met een gebroken vleugel verschijnt. Deze vogel lijkt helemaal niet op de andere vogels; het is een betoverde goede fee. Zij zorgt ervoor dat het water weer in de bron terugkomt.