In de herfst van 1217 NGT - dit is 4804 volgens de oude jaartelling - wordt de dreiging voor de mensheid steeds groter, de dodelijke straling van Mars breidt zich voortdurend uit en wie erdoor wordt getroffen, bekoopt dat onvermijdelijk met de dood. Het lijkt nog slechts een kwestie van tijd voor de straling de aarde in zijn greep krijgt, wat de totale ontvolking van de thuisplaneet van de mensheid tot gevolg zou hebben. De oorsprong van de straling moet in het arresum worden gezocht, in de 'minkant' van het universum - Mars is een eeuwenoude passageplaneet tussen de twee kanten. Daar, in het arresum, opereren Perry Rhodan en zijn vrienden. Dank zij de hulp van hun bondgenoten, de Ayindi's, zijn de mensen inmiddels veel te weten gekomen over de Abruse, de geheimzinnige macht wier dodelijke kristallen het hele arresum schijnen te beheersen. Met drie roggenschepen van de Ayindi's, qua snelheid en bewapening verre superieur aan hun eigen schepen, doorzoeken de Terranen het dodelijke gebied van de Abruse. Ze stuiten op de mensachtige Barrayds - en Perry Rhodan vindt zijn dienaar Voltago terug. De cyberkloon verstrekt de Terranen en de Ayindi's informatie over de armada van Avanata. Perry Rhodan en zijn vrienden vliegen naar de 17-zonnengroep en daar vernemen ze de oude geschiedenis over het project Zonneschild.