De vijand is verslagen, maar in het Koninkrijk der Eilanden heerst nog altijd geen vrede. De voormalige opperbevelhebber van de legers van de Duistere Koningin, generaal Fadawah, heeft zichzelf uitgeroepen tot Koning van de Bitterzee en heeft een groot deel van het rijk in handen. De overblijfselen van het Westelijke Leger worden geleid door de onervaren en ongeduldige prins Patrick, terwijl vanuit het keizerrijk Kesh intussen met een begerig oog naar de vrijwel onverdedigde grensgebieden wordt gekeken.

Het leger, onder aanvoering van Owen Grijslok en Erik von Zwartheide, wordt gedwongen tot zware gevechten waarbij het veruit in de minderheid is. Ook Rupert ‘Ru’ Avery kan zich wederom niet onttrekken aan de strijd, als hij tenminste zijn aan het Koninkrijk geleende goud ooit wil terugzien.

En, zoals Puc en Miranda ontdekken, na de nederlaag van de Duistere Koningin is het ultieme kwaad dat Midkemia bedreigt nog steeds aanwezig. Samen met de als altijd ongrijpbare Nakur moeten zij zich tegen deze duistere kracht zien te wapenen, om Midkemia te laten voortbestaan...