Grace en Connor wonen met hun vader in een vuurtoren. Voor het, slapen gaan zingt hij altijd een oud vampiratenlied voor de tweeling. Wanneer vader overlijdt staan Grace en Connor er alleen voor. Ze verlaten de vuurtoren en kiezen het ruime sop, maar al snel verwoest een verschrikkelijke storm hun boot en ze belanden in het ijskoude water. Ze vinden elkaar niet meer terug. Connor wordt uit het water gevist door de bemanning van een van de beruchtste piratenschepen. Hij wordt opgeleid tot piraat, leert schermen en al snel blijkt dat hij over het allerbeste, piratenbloed beschikt. Grace belandt op een nog mysterieuzer schip: een vampiratenschip. Overdag is het doods maar ’s nachts, na het luiden van de bel, komt het schip tot leven. Wanneer een mysterieuze boodschapper Connor duidelijk maakt, dat er werkelijk een vampiratenschip bestaat, koersen de piraten, er bloeddorstig op af. Maar wie is die vreemde boodschapper? Zullen Grace en Connor elkaar ooit in levenden lijve terugzien?