Meggie, zegt hij zacht. Jij en ik weten dat je vader niet door die liederen de Vlaamse Gaai geworden is. Je vader is er net al de Zwarte Prins! Hij staat aan de kant van de zwakken. Dat heb ik niet in zijn hart geschreven, dat was er altijd al! Je vader is niet door mijn woorden naar de burcht van Ombra gegaan, maar voor de kinderen die daar liggen te slapen. Misschien heb je gelijk. Misschien verandert dit verhaal hem, maar hij verandert ook dit verhaal! In de Wereld van inkt is Meggies vader een soort Robin Hood geworden. Meggie en haar moeder kunnen alleen maar hulpeloos toekijken. Waren ze maar nooit naar die Wereld van inkt teruggegaan.