De voormalige graaf Biagio, nu keizer van Nar, wil na een leven van oorlog en strijd eindelijk vrede in zijn rijk, maar niemand gelooft de goede bedoelingen van de voormalige tiran. Bovendien is een aantal van zijn volgelingen onder wie de wrede gouverneur van Aramoor bezig een groot leger op de been te brengen, om hem ten val te brengen en een nieuw schrikbewind in te stellen.

Ten einde raad stuurt Biagio Alazrian Leth, de bastaardzoon van de gouverneur van Aramoor, op een geheime missie naar Lucel-Lor. Hij is pas zestien jaar oud en onervaren, maar bezit een zeldzaam magisch talent. Alazrian krijgt een onmogelijke opdracht: het overtuigen van de vogelvrijverklaarde priester Jahl Rob en zijn volgelingen - de gevreesde Heiligen van het Zwaard - om de verbannen koning van Aramoor op te sporen en hem om hulp te vragen. Zal hij toestemmen, Biagio's persoonlijke doodsvijand van weleer: Richius Vantran, de Jakhals van Nar, de enige mand die de vrede kan redden...