Onder aanvoering van de wrede eerste seigneur Karwing en met hun bijl van genade in de hand voeren de quisitoren van de Kerk van de ware Maker een waar schrikbewind over Nedia. Dan ontdekken de geheimzinnige observatoren in een verre uithoek van het Rijk van Tath de femaal, die is voorbestemd om met haar vermogen, dat de Kunst wordt genoemd, een eind te maken aan de bloedige tyrannie van Karwing. De quisitoren maken jacht op de femaal, die met haar familie naar Stor, de vrijplaats hoog in de bergen, probeert te ontkomen. Maar de komst van de femaal heeft nog meer losgemaakt, waardoor alle machtsverhoudingen op Nedia op scherp komen te staan. Er ontstaat een wedloop op een groot geheim, dat is verborgen in een lied: Het Lied van de Onsterfelijke.