Een nietsvermoedende Gilbert Gosseyn komt naar de stad van de Machine om deel te nemen aan de Spelen. Met duizenden anderen zal hij zich meten in Nul-A training: Nul-A, de filosofie waar in die verre toekomst al het denken op wordt gebaseerd. Gilbert Gosseyn weet niet beter of hij is een normaal burger, met een redelijk kans op emigratie naar Venus. Al dadelijk wordt hij in het hotel ontmaskerd. Een ‘dorpsgenoot’ herkent hem niet, evenmin de leugendetector. Gosseyn is ontzet: de meeste van zijn herinneringen zijn vals. Wie is hij? Als in een onstuitbare lawine wordt hij door de gebeurtenissen meegesleept. Hij wordt het voorwerp van een grootscheepse mensenjacht. Hij ontdekt een verbijsterend complot. Een groot gevaar bedreigt het zonnestelsel vanuit de sterren; hij wordt gedood op Aarde, en komt bij kennis in een Venusisch woud. Wie is hij nu? Een ander, Gosseyn II, met het geheugen van een dode; of is hij onsterfelijk?... De tegenspelers in dit kosmische schaakspel krijgen het vermoeden dat ze slechts stukken, pionnen zijn. Misschien is er nog een kosmische schaakspeler op de achtergrond, ergens in het heelal.