1941. Majoor Kaempffer, een Duitse SS-officier, krijgt de opdracht onmiddellijk een onderzoek in te stellen in de Dinu Pas, Roemenië, naar de raadselachtige en gruwelijke dood van een groeiend aantal Duitse soldaten in de vesting daar.

Kapitein Woermann, die hem opwacht, haat en minacht de wrede Nazi, doch de angst voor de afschuwelijke dood die de soldaten bedreigt dwingt hen samen te werken.

De moordenaar is onzichtbaar en onhoorbaar, maar blijkt gemakkelijk in staat het licht en de warmte uit een kamer en het bloed uit zijn slachtoffers te zuigen.

De joodse professor Cuza en zijn bevallige dochter Magda zijn experts in de Roemeense cultuur en weten meer van de raadselachtige geschiedenis van de vesting dan enig ander levend wezen. Zij worden gevangen genomen, met geweld naar de Dinu Pas overgebracht en met de dood bedreigd als zij niet snel de moordenaar weten te ontmaskeren.

Een roodharige vreemdeling wordt in zijn slaap gestoord door een verontrustende nachtmerrie en gaat onmiddellijk op reis naar de vesting met een buitenissig voorwerp in zijn koffer.