Wie De Triffids komen, Operatie Koekoek en De getekenden heeft gelezen, weet dat men van John Wyndham een genre science-fictionverhalen kan verwachten dat afwijkt van dat van de meeste andere science-fictionauteurs. Wyndham beschikt over een rijke fantasie, waarmee hij echter geen vernuftige ruimteschepen of tegen alle problemen opgewassen robots schept, evenmin het geijkte soort ruimte-helden die monsters van vreemde planeten bekampen of met een superieure glimlach en méér-dan-zevenmijlslaarzen afstanden van triljoenen lichtjaren afleggen om een galaktische oorlog te beslechten, maar gewone mensen, die, soms in een voor ons weliswaar vreemde wereld, in weinig alledaagse omstandigheden komen te verkeren. Wyndham is een soort tovenaar, die ongewone dingen laat gebeuren, maar zó, dat ze toch heel gewoon lijken en verbazingwekkend dicht bij onze eigen ervaring blijven. Bovendien ligt zijn verdienste niet in het minst in de humor die hij steeds weer ten toon spreidt. De verhalen die de lezer hier worden aangeboden, bevestigen Wyndhams naam als een science-fictionschrijver bij uitnemendheid. Zij verrassen door hun originele vondsten en zijn daardoor stuk voor stuk bijzonder boeiend.