Ik vroeg: 'Welke dag is het vandaag?' 'Dertig februari,' zei de oude man. Plotseling zag ik de zee... Zee, strand, schelpen, voetsporen in het zand... 'Hoe kom ik hier? Wat doe ik hier? Ik weet niet wie ik ben...'

Dit zijn de regels uit een dagboek, waarvan de schrijver zijn geheugen is kwijtgeraakt, al roepen sommige dingen vage herinneringen op: Ik zag de torens, grote blokken... bijna lichtend tegen de sombere lucht. Ik ken die torens, ik ken ze. Maar alleen een woord kwam in me op en dat woord hoorde bij die torens: februari.

De jongen die dit dagboek bijhoudt, gaat op zoek naar zijn vergeten verleden. Een ontdekkingsreis in een vreemde wereld waar alles nieuw is.

Of lijkt dat maar zo? Wie kan hij vertrouwen? En zal hij vinden wat hij zoekt?