Het einder van de wereld is nabij. De mensheid is tot verdwijnen gedoemd, maar wacht waardig het Einde af. De beschaving is tot stilstand gekomen, de mensen hebben de steden verlaten en willen de laatste maanden dichter bij de natuur doorbrengen. Deedee, die nooit meer volwassen zal worden, is samen met haar moeder bij grootmoeder gaan wonen, in een dorpje aan de rand van een oprukkende woestijn. Veel valt daar niet te beleven, maar dat is ook niet belangrijk. Tijdens de laatste maanden wil ze de essentie van het leven, die haar altijd zal ontsnappen, leren begrijpen. Maar er is ook nog Tim, die samen met haar op verkenning gaat en een paar verontrustende ontdekkingen doet. Er zijn ook nog de Bezoekers, van wie niemand weet waar ze vandaan komen of wat zij willen, en wier plotse verschijnen de Aankondiging heeft begeleid. Wie zijn zij? Engelen, toeschouwers, medeplichtigen? Kunnen zij de mensheid nog redden? Deedee wil echter het Einde niet gelaten afwachten. Ze wil niet aanvaarden dat de mensheid verdwijnt zonder een spoor na te laten. Ze wil zelfs het Einde met een boodschap van optimisme begeleiden.