De zware nederlaag voor de muren van Darujhistan heeft het Malazijnse keizerrijk ernstig verzwakt - het rijk balanceert op de rand van de ondergang. Intussen is in het uitgestrekte gebied van de Zeven Steden de Zieneres Sha'ik in de heilige woestijn Raraku bezig een geweldig leger op te bouwen. Zo bereidt zij zich voor op de Apocalyps, de alomvattende opstand die in millennia oude legendes wordt voorspeld en die het hele continent in een ongekend bloedige en barbaarse oorlog zal storten. En hoe is het met de Bruggenbranders? Na het fiasco in Darujhistan is het regiment nu vogelvrij verklaard. Zowel Hoge Vuist 'Eenarm' Dujek als kapitein Paran en sergeant Whiskyjack zijn van plan zich aan te sluiten bij de tegenstanders van het keizerrijk. Fiddler en Kalam besluiten echter hun eed gestand te doen en keizerin Laseen te laten boeten voor haar misdaden - zij gaan op weg naar Unta, de hoofdstad van het rijk. Zodra ze het gebied van de Zeven Steden bereiken worden ze evenwel meegesleept in een reeks gebeurtenissen die hen onafwendbaar naar Raraku drijft, waar oude en nieuwe magie inmiddels strijden om het bezit van de Poorten van het Dodenhuis.