De bedreiging van de mensheid komt in het jaar 1218 - dat staat gelijk aan het jaar 4805 volgens de oude jaartelling - van twee kanten: aan de ene kant door de gekristalliseerde planeet Mars in het Solstelsel, aan de andere kant uit het arresum, ongelooflijk ver weg van de Melkweg van de mensheid. In het Solstelsel breidt de dodelijke straling van Mars zich nog steeds uit; wie in de ban van die straling komt, is ten dode opgeschreven. Het is slechts een kwestie van tijd, voordat ook de Aarde door die straling zal worden bereikt en al het leven op de planeet wordt vernietigd. Bovendien zorgen de Hamamesch met hun bazaars voor de nodige onrust: de handelswaar van de visachtige wezens uit Hirdobaan schijnt een verslavend effect op andere wezens te hebben. Van deze actuele ontwikkeling kan Perry Rhodan echter niets weten: hij probeert het ongelooflijke gevaar door de Abruse te verbannen. Die onbekende macht is kennelijk van plan, al het leven in het universum door middel van de dodelijke straling te vernietigen. De Abruse is uiteindelijk ook verantwoordelijk voor de kristallisatie van de planeet Mars en het dodelijke stralingsgevaar voor de Aarde. Ondertussen zijn Perry Rhodan en zijn begeleiders op de hoogte gebracht van het lange-termijnplan van de superintelligentie HET, die uiteindelijk ook verantwoordelijk was voor de tocht naar de Grote Leemte. Nu men de feiten kent, is een intensieve samenwerking met de Ayindi's absoluut noodzakelijk geworden. Terwijl de Ayindi's in de Melkweg opereren, zijn de Galaxers naar het arresum onderweg - ze zoeken het Hart van de Abruse...