Loerem is vol gevaar: het is een wereld vol wonderlijke schoonheid en genadeloos bedrog, bevolkt door mensen, elfen, dwergen en orken in een wankel evenwicht van macht en eigenbelang. Een wereld geregeerd door de Domeinkinderen, strijders van vlees en bloed, maar gevormd door de heilige magie van de Verheven Steen. En daar, in het hart van Loerem, sluimert een allesbehalve vergeten kwaad.
Zijn hele leven heeft ridder Gustav gezocht naar het verloren gewaande vierde deel van de Verheven Steen. Eindelijk, in een gebied dat ooit aan het versmade Pecwae-volk toebehoorde, vindt hij het – in het graf van een Wachter. Gewapend met zijn levenservaring en de magische kracht die hij als Domeinheer bezit, weet hij het kleinood aan het graf te ontrukken. Nu moet het verenigd worden met de andere drie delen van de Verheven Steen. Maar deze taak zal de oude Gustav niet meer zelf kunnen volbrengen – hij moet zijn gevecht met de verschrikkelijke Vrykyl alsnog met de dood bekopen. Twee jongeren, Jessan en Bashae, nemen de queeste over en gaan op reis naar Nieuw Vinnengael. Het Kwaad volgt hen op de voet, klaar om ieder moment toe te slaan en Loerem te gronde te richten.