Alan Green is zijn naam. Aardbewoner, gestrand op een barbaarse planeet. Ontsnapt aan de marteldood. Vluchtend op een wielschip ­ een grote zeilwagen die voortijlt over de onmetelijke grasvlakten van de geheimzinnige en levensgevaarlijke Xurdimoer. Zijn doel is het ruimteschip te bereiken dat in het verre Estorya moet zijn geland. Zijn enige kans op terugkeer naar de Aarde. Zonder te weten wat hem, onderweg over de Xurdimoer, nog allemaal te wachten staat. Want deze vlakte is niet leeg. Het is er één strijd van ieder tegen allen. Erger, vreemde legendarische eilanden zwerven er rond. Eilanden die mensen en schepen vermalen en opslurpen. Green is maar een gewoon mens, geen hemelbestormer. Gevaren gaat hij het liefst uit de weg. Maar als het er om spant dan slaat hij toe, en hoe! Het gaat trouwens om meer dan hemzelf. Immers, het lot (of noodlot) heeft hem op deze middeleeuwse planeet Amra toebedeeld, de even temperamentvolle als beeldschone echtgenote, die zielsveel van hem houdt. Amra met haar zeer ‘gevarieerde’ kinderschare die hem wil volgen.