Johnny hoort op een nacht dat het regelmatig passerende reuzen-hoverschip vlak bij zijn huis stopt. Hij gaat op onderzoek uit en klimt aan boord. Plotseling slaan de motoren aan en vliegt Johnny over Amerika en over de Stille Zuidzee. Dan gaat er iets mis met het hoverschip, want midden boven de oceaan ontploffen de motoren en stort het in zee. De bemanning ontkomt in reddingsboten. Johnny klampt zich vast aan een drijvende kist. Tot zijn grote verrassing wordt hij door enkele dolfijnen naar een eiland geduwd. Op dit Dolfijneneiland doet professor Kazan intelligentieproeven met dolfijnen. Johnny mag blijven en sluit vriendschap me de dieren; zo helpt hij de professor enorm. Na een verschrikkelijke storm zijn alle verbindingen met het vasteland verbroken. De professor is ziek en de nodige medicijnen ontbreken. Johnny besluit hulp te halen. Hij laat zich daarbij door twee dolfijnen trekken, maar de laatste paar honderd meter, door de levensgevaarlijke branding, moet hij zichzelf zien te redden.