Winterverhaal over Paulus de Boskabouter, Eucalypta de heks, Gregorius en Rosa de dassen, Wipper het konijn, Salomo de raaf, Oehoeboeroe de uil, Krakras de helper van Eucalypta, Rein de Vos, Radbout de visotter, Prikkeprik de egel, Pluim de eekhoorn en... het kruikje levenswater... 'Paulus,' fluisterde ze, 'Wipper is weg, al zes dagen is hij weg. Er is vast iets verschrikkelijks gebeurd! Ik ben bang dat Rein de vos...' Paulus luisterde al niet meer. Hij had zijn ski's al ondergebonden en zijn ranseltje over zijn schouder gegooid. Radboud stak er nog gauw een klein kruikje in. 'Het levenswater!' fluisterde Oehoeboeroe in het oor van Salomo. Zonder verder nog een woord te spreken gleed Paulus weg tussen de bomen. Voort ging het, voort, kriskras tussen de bomen door en het kaboutertje blikte voortdurend van links naar rechts op zoek naar enig spoor van Wipper. Het was veel kouder geworden de wind beet Paulus in het gezicht. Suizend joeg de kleine kabouter over de wijde sneeuwvelden. Voort raasde Paulus als een stormwind, zijn armpjes bewogen op en neer, vlugger en vlugger ging het.