In de gouden eeuw van Narnia, als de hoge koning Pieter de Grote samen met zijn broer Edmond en zijn zussen Suze en Lucy regeert, woont er in het zuiden een arme visser met zijn zoon Shasta. Op de dag dat er een vreemdeling met prachtige kleren voor de deur staat, verandert alles voor Shasta. Hij ontdekt dat hij een vondeling is en dat de visser hem probeert te verkopen. Kan Shasta de vreemdeling vertrouwen? Zal hij met hem meegaan? Dan ineens open het paard van de vreemdeling zijn mond en begint te praten. Samen met het bijzondere paard vlucht Shastra naar het noorden. Als hun bestemming eindelijk in zicht komt, weet Shasta dat hij zijn angst moet overwinnen en moet strijden voor het goede, want Narnia is in groot gevaar.