Spensa heeft bewezen dat ze een van de beste piloten is van het RVL, de luchtmacht van de menselijke enclave op Detritus. Ze redde haar volk al twee keer van uitroeiing door de Krell, de raadselachtige buitenaardse soort die hen al tientallen jaren gevangen houdt. Ze reisde lichtjaren van huis om als undercoverspion in de Superioriteit te infiltreren, waar ze meer leerde over allerlei andere wezens en hun onderlinge betrekkingen in de Melkweg.
Nu is de Superioriteit – de regerende galactische alliantie die erop uit is om al het menselijke leven te domineren – een melkwegwijde oorlog begonnen. En Spensa heeft de wapens gezien die ze van plan zijn daarvoor te gebruiken: de delvers. Oude, mysterieuze buitenaardse krachten die hele planetenstelsels in een oogwenk kunnen wegvagen. Spensa weet dat het niet uitmaakt hoeveel piloten het RVL heeft, een delver kan niet worden verslagen.
Maar Spensa is een cytonic. Ze ging de confrontatie aan met een delver en zag dat het wezen haar griezelig vertrouwd voorkwam. En misschien, als ze erachter kan komen wat ze werkelijk is, kan ze meer zijn dan zomaar een piloot in deze zich ontvouwende oorlog. Misschien kan ze de Melkweg redden. Maar ze kan alleen maar ontdekken wat ze echt is door alles achter te laten en het niemandsland binnen te gaan, een plek waar maar weinigen ooit uit terugkeren. Moed hebben betekent je angst onder ogen zien. En deze missie is angstaanjagend.