Perry Rhodan heeft na een lange speurtocht de planeet van het eeuwige leven gevonden. Hij krijgt van een wezen, dat zich de Onsterfelijke noemt, een celdouche. Hierdoor verkrijgt hij tweeënzestig jaar lang de relatieve onsterfelijkheid. Een aantal van zijn naaste medewerkers en vrienden mogen ook gebruik maken van de celdouche. Eenmaal terug op Terra begint men aan de opbouw van het imperium. Het is een woelige periode, waarin Rhodan aansluiting zoekt bij de Arkoniden. Ondanks de toenemende welvaart op de Aarde en de oprichting van een wereldregering, zijn er mensen, die minder te spreken zijn over de regent van het imperium. Er zijn boze tongen, die beweren, dat Rhodan de planeet van het eeuwige leven niet alleen heeft ontdekt, maar haar ook voor zichzelf wil houden. Smeekbeden van rijke Terranen een celdouche te mogen nemen, worden niet beantwoord. Een aantal invloedrijke magnaten steekt de koppen bijeen. Met intriges, gefingeerde verhoudingen en chantage weten ze een jonge luitenant zo ver te krijgen, dat hij zijn ruimteschip ter beschikking stelt. Ze dwingen hem naar ‘Zwerver’, de planeet van het eeuwige leven te vliegen. Eenmaal op deze planeet begint de speurtocht naar de Onsterfelijke en zijn geheimzinnige celdouche. De speurtocht duurt niet lang. Als men het superwezen heeft ontdekt, eisen de magnaten de celdouche. Het wordt hun toegestaan gebruik te maken van dit onbegrijpelijke en wonderbaarlijke ding. Maar dan begint een sluw en meedogenloos spel. De magnaten willen de Onsterfelijke een loer draaien. Drie mensen, twee mannen en een vrouw, die bereid zijn elke prijs voor het eeuwige leven te betalen - zelfs wanneer het hun leven moet kosten. Dan komt Rhodan achter hun plannen. Hij gaat op zoek naar de ‘Zwerver’ en de Onsterfelijke. Kan hij de plannen van de magnaten nog verijdelen?