Terwijl - in de zomer van het jaar 428 NGT - de machten van de chaos en die van de orde verbitterd met elkaar vechten, wordt de situatie van de drie ridders van de diepte in het diepteland steeds hachelijker. Het doel van Atlan, Jen Salik, Lethos-Terakdschan en hun Orbiters is contact op te nemen met de ruimte-tijd-ingenieurs bij de berg van de schepping maar ze worden voortdurend aangevallen door de Grijze Lords. Ook het bannen van de grijsinvloed uit het land Mhuthan maakt de situatie voor de ridders eerder ingewikkelder dan gemakkelijker. In het nauw gedrongen door de exterminators kan het kleine groepje tenslotte niet anders doen dan zich laten opnemen in de stroom levensenergie. De reis - zonder lichaam - naar het vagenda wordt abrupt onderbroken in het rijk van de Jaschemen, waar Atlan en zijn vrienden worden geconfronteerd met de aanmatigende houding van de technici van de diepte die denken dat de indringers vijanden zijn. Maar de eigenlijke schuldigen van het binnendringen van de grijsinvloed in het rijk van de Jaschemen moeten ergens anders worden gezocht. Een van de personen die dit kwaad ongewild heeft veroorzaakt, is de eenzame van de diepte...