George Orwell werd geboren in India in 1903 en is in 1950 gestorven. Zijn levensloop was grillig: van 1922 tot 1928 in dienst bij de Indian Imperial Police in Burma, dan twee jaar Parijs, vervolgens als onderwijzer naar Engeland, later in een boekwinkel, in 1937 republikeins soldaat in de Spaanse burgeroorlog en gewond, gedurende de oorlog bij de BBC, na de oorlog medewerker aan allerlei bladen. Zijn boeken - waaronder The road to Wigan Pier, Coming up for air, Burmese days, Dawn and out in Paris and London, Homage in Catalonia, Critical essays, The English people - zijn een weerspiegeling van al die uiteenlopende ervaringen. Veel succes hadden ze vreemd genoeg niet. Wereldfaam verwierf Orwell pas in 1945 met Animal farm, een korte, luchtig geschreven satire op Sovjet-Rusland. Zijn laatste boek: Nineteen-eigthy-four, verschenen in 1949, is een met grote dramatische kracht geschreven liefdesgeschiedenis tegen de alles overheersende achtergrond van een samenleving, zoals zij er in 1984 zou kunnen uitzien als bepaalde tendenzen in de huidige maatschappij - bureaucratie en totalitarisme - zich tot in al hun lugubere consequenties zouden ontwikkelen. Deze roman (in de Nederlandse vertaling: 1984), door vele critici over de hele wereld als de belangrijkste roman van na de oorlog beschouwd, houdt een klemmende waarschuwing in voor de mensen van nu die de maatschappij van morgen maken.