De hoofdfiguur is professor Kraay's zoon Tom. Hij krijgt van zijn vader de opdracht bij een verkoping op enkele antieke voorwerpen te bieden.

Samen met zijn vriend Paul Potter gaat Ton er op af. De knapen slagen er in voor een prikje een oude oosterse pot te bemachtigen. Groot is hun verrassing als bij het openen van de pot blijkt, dat er een oosterse geest, een dzjinn in zit, die zich voorstelt als Soebkad. Hij is zo blij na eeuwenlange opsluiting eindelijk uit zijn isolement verlost te zijn, dat hij Ton Kraay als zijn meester erkent en hem belooft iedere wens die Ton maar bedenkt, te vervullen. Maar Ton moet er wel even aan wennen, alles te kunnen krijgen wat zijn hart begeert. Hij vergist zich keer op keer bij het uitspreken van zijn wensen. En dit brengt complicaties teweeg...