In een groot laboratorium leeft een hersenmassa met twee oren en één oog. De rest van het wezen is door amputatie weggenomen. De proeven waaraan de hersenmassa, die Ypsilon wordt genoemd, wordt onderworpen dienen om te onderzoeken waartoe de hersenen in staat zijn. Langzaam wordt Ypsilon zich ervan bewust dat hij zijn gedachten kan overbrengen op het laboratoriumpersoneel, op een chimpansee en op een geamputeerde hand, die hij links en rechts door het laboratorium kan sturen.

Zijn macht over de hand gaat verloren als een tweede hersenmassa, Omega genaamd, in het laboratorium komt. Na een aanvankelijke machtsstrijd beginnen Omega en Ypsilon met elkaar te communiceren, waarbij de hand vaak als intermediair moet optreden.

Door een operatie worden de verstandshelften van beide hersenmassa's met elkaar verbonden en hun nieuwe naam luidt Cortex. Cortex is van gevoelens ontbloot door het ontbreken van de gevoelshelften, en uiterst intelligent. Cortex wordt via een ingenieus systeem van sluizen naar allerlei aquaria gevoerd, waarin de hersens van foeten opgekweekt worden. Cortex voedt de intelligentie van deze hersenen, die later als levende computers verkocht worden.

Als de verkoop van hersenen stagneert wordt Cortex gedood en in het Musée de l'Homme in Parijs op sterk water gezet.

Een opzienbarende roman die op strikt logische wijze een lijn doortrekt waar de huidige medische wetenschap zichzelf een ethische grens heeft gesteld.