Valdar is een reusachtige oude wereld die bewoond wordt door volkeren die erg van elkaar verschillen. Zowel de pracht van hun beschavingen als de oeroude en verschrikkelijke gewelddadigheid van hun oorlogen heeft hun universum in de loop der eeuwen getekend.

In de onstuimige smeltkroes van Valdars lotsbestemmingen lijkt het leven van Manatasi, een jonge prins van Warantu, weinig te maken te hebben met de grote gebeurtenissen die de geschiedenis vormen. Maar alles staat op het punt te veranderen. De bouw van Kemyss, de chaotische stad van de hoop, is klaar. Mensen en karavanen van over het hele continent zijn zich rond de muren van de stad aan het verzamelen. Ook de Prins wil de majestueuze stadsmuren bereiken, en zo begint zijn grote ontdekkingsreis. Samen met Sirasa, de trouwe sjamaan die altijd bezorgd is, laat Manatasi de jungle achter zich.

Op zijn avontuur beschermt hij een moeder en haar dochtertje tegen wat een eenvoudige aanval van struikrovers lijkt, sluit hij een verbond met een gekwelde tovenaar die de misdaden van zijn volk achter zich wil laten door de Schuldarmband te dragen, leert hij de afstandelijke Priesters kennen die het Wiel van het Lot lezen en vecht hij met Donkerbloed, de sluipmoordenaar die nooit gevoelens heeft gekend en probeert de Zwarte Koning te wekken, een Slapende God wiens onrustige slaap de bergen doet beven. Aangespoord door een vurige dorst naar kennis en zijn naïef en overweldigend karakter moet Manatasi beslissen hoe ver hij wil gaan om herinnerd te worden als een held die het Lot heeft veranderd.