Tussen het land "waken" en het land "dromen" leven de Gnobbels, fantasiewezens in het bestaan van twee kinderen. Het zijn vredige en vrolijke kabouters, waarmee spannende avonturen te beleven zijn. De "wetenschap", die niet in kabouters gelooft, wordt hier, in de vorm van twee monsterspinnen, ontsnapt uit een laboratorium in het land "waken", voorgesteld als de oorzaak van kwaad en bedreiging.