De materie is op het punt te zegevieren. Een schijnwerkelijkheid heeft twintig eeuwen lang de mens getiranniseerd met een levensbeschouwing die de vrijheid heeft ontnomen aan het leven... Thans zal de mens van al deze schijn bevrijd leven in de vrijheid van het Beest! De bevrijders rukken aan. Na de vernietiging van alles wat de fictie "geest" aan waankultuur en schijnbeschaving heeft tot stand gebracht, word als hét symbool van deze bevrijding. te Rome de paus gekruisigd op de gevel van Sint Pieter. En de nieuwe wereldregering komt tot stand onder de dictatuur van een ongekend "Opperwezen" dat via luidsprekers zijn bevelen aan de wereld geeft. Nu zal de mens ook innerlijk worden bevrijd uit de strop van zijn waan. -- Er zijn slechts lichamen; ze behoren toe aan de Staat; de enige zin van hun bestaan is, produceren; staal, mais... kinderen! Want ook de vrouw is louter productiemiddel en kan als vrij wezen slechts tegemoetkomen aan het begeren van elke vrije man... Kinderzorg hindert de vrijheid van de vrouw. Daarom brengt de Staat de kinderen groot... Moederliefde is als verdriet en vreugde en alle bewegingen van het menselijk gemoed, evenals de waangedachten: Goed, ziel, geweten, geest en het denken zelf, slechts functie van zenuwen en hersenen. De grote proefnemingen zullen het bewijzen. De experimenten in de laboratoria, de bijzondere kamers, de cel met dampen de electrische zenuwstromen, het aanbrengen van licht en duisternis, de wisseling van angst en hoop zullen de strop toehalen: God wurgen in de ziel: de fanatici herscheppen tot gedweeë volgelingen, ja tot propagandisten der nieuwe vrijheid; elk menselijk gevoel herleiden tot materie en tot vlees. De nieuwe leer zal haar experimenteel bewijs hebben! In het rijk der vrijheid heerst de dwingelandij van het Beest. De mensen leven er in achterdocht en angst; ze bespieden en verklikken elkaar; gaan eenzaam en wanhopig hun weg. Ontucht en sadisme vieren er hoogtij. Niemand voelt zich veilig. Het "Opperwezen" beslist over elven en dood.

Te midden van deze revolte volgen wij het leven van één man, de kankerspecialist Dr. Neiser. Als tegenhanger van het "Opperwezen" verpersoonlijkt hij de "geest" in de strijd tegen de materie. Aangehouden staat hij de Bevrijders te woord en legt getuigenis af. Tegen alle verwachtingen in wordt hij niet onmiddellijk neergekogeld, maar tewerkgesteld bij de weerspannigen in de "stad zonder naam". Voor goed zit hij vast in de greep van het regime; voelt zich bespied; wordt keer op keer gerapporteerd en bestraft, doch onbegrijpelijker wijze blijft hij telkens het fatale einde uit.

Intussen zien wij een bonte wereld van allerlei lelijke en schone mensen, de gehele gamma vanaf de vieselijke meeheulende arrivist tot het meidje dat God vindt in het lijden. Te midden van al zijn ervaringen met deze lijdenden; getuige van de onmenselijke folteringen waarna de priester, tot waanzin vervallen, God verloochent en de nieuwe leer verkondigt; getuige van al de gruwelen die hij gedwongen moet aanschouwen, vecht Neiser innerlijk uit alle kracht om mens te blijven en gelovig... doch de kwellingen die hij ondergaat slopen zijn zenuwen. De angst dreigt zijn weerstandsvermogen te breken en vernietigt bijwijlen de Godsgedachte in hem. Hij is ook slechts een mens... Toch slaagt hij erin zijn ziel tot rust te brengen, zo dat hij kalm de dood tegemoet kan gaan. Volledig uitgeput wordt hij gesleept tot bij het "Opperwezen". Hier wordt plots alles duidelijk. Neiser ziet en begrijpt. Is deze beklemmende roman een profetie?

-- Neen, antwoordt de schrijver, want er wordt slecht in uitgebouwd wat wij allen hard bezig zijn tot werkelijkheid te maken -- maar wij zien het niet! Wij zien niet dat de Bevrijders aanrukken over wegen die wijzelf hebben gebaand; dat zij slechts de strop toelaten die wijzelf hebben gespannen. Doch nu God sterft in de mens, zal het blijken dat Hij leeft, en sterker dan ooit in ons!