Fafhrd, de rossige barbaar, de reus met zijn zucht naar beschaving en zijn onafscheidelijke metgezel, de geslepen Grijze Muizer, gesjeesd leerling-magiër, gaan in deze epiloog van de Zwaarden-reeks als vanouds aan de slag.

In Zwaarden in de schemering staan onze helden opnieuw tal van angstaanjagende woelingen te wachten. Keer op keer vuil belaagd door het zwartst gebroed, dat zich zowel in stoffelijke als in minder vaste vorm manifesteert, aanbeden en verguisd door de schoonste deernen en ademloos op de hielen gezeten door de ook op Remmin rondwarende man met de zeis, zo koerst het heldenduo gewetens- en fantasievol af op de laatste schemering.