Jill en Eustaas komen onverwacht in Narnia terecht. Daar krijgen ze van Aslan een opdracht: Ga de verdwenen Prins Rilian zoeken. Rilian is de zoon van de oude koning Caspian. Caspian gaat net weg om zijn zoon in het oosten te zoeken. De kinderen krijgen hulp van Puddelglum, een moeraswiebel. Onderweg komen ze een jonkvrouw in een groene jurk tegen, die zegt dat ze in Harfang aan de reuzen moeten vragen of ze daar mogen slapen. Dat doen ze, maar de reuzen blijken mensen te eten. Ze ontsnappen uit Harfang, en komen dan in een grot. Daar staan allemaal Aardmannetjes, die hen meenemen onder de aarde. Ze komen bij een stad, daar staat het paleis van de Koningin der Diepte. Dat is die jonkvrouw met de groene jurk. Ze heeft Prins Rilian gevangen en gehypnotiseerd. De Koningin is weg, en ze bevrijden de Prins. Dan komt de Koningin weer terug. Rilian doodt haar, en ze gaan weer naar de bovenwereld. Als ze weer bij Cair Paravel zijn, komt koning Caspian terug. Maar hij is heel ziek, en als hij Rilian heeft gezegend, sterft hij. Jill en Eustaas gaan ook weer naar hun eigen wereld.