Emma, die in Cornwall woont bij haar grootmoeder, een bekend actrice in ruste, komt op een ochtend tot de ontdekking dat de wereld kennelijk gek is geworden: er is geen post, geen telefoon, geen radio, er ligt een oorlogsschip in de baai en Amerikaanse soldaten naderen over het grasveld het huis. De tijd is enige jaren na nu. Engeland heeft zich teruggetrokken uit de EEG en is - praktisch failliet - tot de conclusie gekomen dat de redding ligt in een unie - politiek, militair en economisch - met de Verenigde Staten. Theoretisch zijn de partners gelijkwaardig, maar voor sommigen begint het al spoedig op een overname te lijken. Mad (zoals Emma haar grootmoeder noem) ziet het in ieder geval zo. Sinds ze afscheid nam, heeft ze, om wat te doen te hebben, zes jongens geadopteerd, die ze opvoedt met verfrissend weinig respect voor wat zij beschouwt als nutteloze conventies. Vanaf het ogenblik dat zij de Amerikanen ziet, verklaart zij deze indringers de oorlog en organiseert zij, daarbij enthousiast geholpen door de jongens, een weerstand die al spoedig zeer effectief blijkt.