De vijftienjarige Jai is gijzelaar aan het keizerlijk hof van het Sabijnse Rijk, sinds zijn vader jaren geleden door de keizer werd verslagen. Al lange tijd wil hij wraak nemen, maar er was nooit een kans. Dan komt de zoon van de keizer aan de macht en die verklaart de oorlog aan Jais volk. In de chaos die uitbreekt weet Jai te ontsnappen. Tijdens zijn vlucht vindt hij een drakenei, dat al snel uitkomt. Dankzij hulp uit onverwachte hoek weet hij een magische band met zijn draak, Winter, te ontwikkelen. Hij ziet wat Winter ziet en voelt wat Winter voelt. En dan wordt het eindelijk tijd voor wraak...