In Merlijn zet Robert Nye de middeleeuwse wereld van ridderlijkheid en hoofse liefde op zijn kop en onderzoekt de onderbewuste kant van de Arthur-mythe. Hij schrijft over de seksuele eigenaardigheden van ridders en hun vrouwen, over het zoeken naar de Graal en natuurlijk over Merlijn, de magiër. Deze Merlijn is een Archetype, hij is goed noch kwaad, maar de veroorzaker van goed en kwaad. Op het toppunt van zijn macht wordt Merlijn verleid en ten val gebracht door Nimue, een bekoorlijk jong meisje, dat hem door middel van een list de geheimen van zijn magie ontfutselt en hem uiteindelijk vangt in een betovering, die hijzelf teweeg heeft gebracht.