Wie zijn die mannen, die om mij heen staan? Intens voel ik de verwarring, die zich van hen meester maakt. Ik weet, dat ik al hun opvattingen omver werp. Dat ik het onmogelijke ben. Maar wie ben ik? Ik weet, dat ik Sogol heet, dat is alles... Waarom moet ik mij verzetten tegen Amai, de Schutsheer van het Dogma? Waarom kan ik op bepaalde momenten geen macht uitoefenen op die enorme kracht, die me overweldigt en die me dwingt te doden wat ik liefheb? Ben ook ik niet meer dan een instrument zoals de Fellen en de Tebben? Niettemin weet ik, dat in mijn aderen het bloed stroomt van het oude ras van K'ter, en dat niemand iets tegen mij kan ondernemen... Maar daar is Elia... Haar moet ik redden, opdat mijn ras zal voortleven... dat is de wil van degeen, die alles kan... Maar zal het mij ooit lukken?