Onder het Elfenvolk ontstaat grote onrust als bekend wordt dat een van hun demonische aartsvijanden opnieuw van zich doet spreken. Maar het blijft bij een gerucht, zekerheid is er niet. De Elfen Farodin en Nuramon worden door hun Elfenbroeders unaniem gekozen om op onderzoek uit te gaan. Op hun tocht krijgen ze onverwacht gezelschap van een mens, de woeste en barbaarse noorderling Mandred. Geheel tegen de verwachtingen in raken Farodin en Nuramon van het rechte pad als ze vernemen dat hun beider grote liefde, de tovenares Noroelle, geslachtofferd is bij wijze van offer aan hun aartsrivaal en voor eeuwig naar een sombere parallelwereld is verbannen. Farodin en Nuramon nemen zich voor haar te bevrijden en terug te halen naar de Elfenwereld, hoe hoog de prijs ook zal zijn.