Voor de voormalige dragers van een cellenactiveerder begint de tijd te dringen. Terwijl ze zomer 1171 NGT dachten dat ze, dankzij de celdouche die HET hun had gegund, nog ongeveer zestig jaar te goed hadden weten ze nu, een jaar later, dat voor de superintelligentie de tijd op een heel andere manier verloopt. In ieder geval is hun duidelijk gemaakt dat ze veel minder tijd over hebben dan ze dachten. Zouden dan alle moeite en opofferingen, die ze zich hadden getroost om de verblijfplaats van HET en zijn kunstwereld te ontdekken, voor niets zijn geweest? De voormalige onsterfelijken en hun helpers willen het niet geloven. Daarom gaan ze met nog meer ijver en energie door met hun pogingen de gestoorde superintelligentie te hulp te komen, en op die manier ten slotte ook zichzelf te helpen. Maar HET bevoorrecht sinds enige tijd de Linguïden, dat blijkt overduidelijk uit de verstrekking van cellenactiveerders aan 14 vredestichters. Blijkbaar moeten zij de Terranen vervangen als de ordebewakers van het lokale machtsgebied. De Linguïden proberen zo goed mogelijk te beantwoorden aan de in hen gestelde verwachtingen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de gebeurtenissen op de biontenwereld Drumbar, die wordt overvallen door de Monkins. Het gaat daar niet uitsluitend om een actie van piraten - het gaat daar ook om experimenten met de pentascopie...