Prinses Eilonwy moet haar vrienden van de boerderij Daliben in het land Prydain verlaten. Daliben heeft besloten dat ze naar het eiland Mona moet vertrekken om daar tot een echte prinses opgevoed te worden. Taran, de hulpvarkenshoeder, mag haar vergezellen. Op het schip worden ze begroet door prins Rhun van Mona. Op het eiland hoort Taran van de koning van Mona dat Rhun later met Eilonwy zal trouwen. Taran raakt daar vreemd genoeg heel zwaarmoedig door. Dan is Eilonwy plots zomaar ontvoerd. Met steun van zijn vriend Fflewddur Fflam, de liedjeszanger, en de klunzige prins Rhun gaat Taran erachter aan. Op zijn speurtocht komt Taran te weten dat Eilonwy een dochter is van de machtigste tovenaressen van Prydain, de prinsessen van Llyr. Plus dat Achren, de zwarte tovenares van het kwaad, net als toen Eilonwy nog een kind was, haar weer ontvoerd heeft om achter de toverformules te komen.