In de schimmig verre toekomst, als de oude zon gekrompen is tot een kleine donkerrode schijf in een paarse hemel, en het slinkend mensenras in enkele afgelegen dorpsgemeenschappen en geïsoleerde steden woont, die eindeloos weergalmen van de aeonenlange geschiedenis, raakt op de stille planeet aarde de wetenschap vergeten en begint de magie te werken. In deze wereld, waar machtige tovenaars duels voeren en waar vreeswekkende monsters, geschapen en ontstaan in lang vervlogen tijden, door het land sluipen, wordt de avontuurlijke schelm Cugel de Slimme gedwongen een schier hopeloze taak te volvoeren voor Iucounu de Lachende Magiër - een speurtocht die hem voert naar vreemder landen dan hij zich ooit had gedroomd, die hem dwingt zijn zwaard en vooral zijn vindingrijkheid te meten met mensen, halfmensen en bloedstollende machten wie niets onmenselijks vreemd is. Aangespoord door de weerhaken en angels van een venijnig sterrendier, Firx geheten, waarmee Iucounu hem uitgerust heeft, gaat Cugel met de grootste tegenzin op zoek naar de legendarische Ogen van de Overwereld, verloren demonenogen die uitkijken op een heerlijke wereld. Dwars door een vergeten land dat even onvoorspelbaar als dodelijk is gaat Cugels wisselvallige reis - het land van de stervende aarde.