Geboren in Tilburg. Was een Nederlandse kinderboekenschrijfster en tekstdichteres. Ze schreef vanaf 1908 meer dan honderd jeugdboeken. Naast boeken en verhalen schreef ze ook kinderliedjes en kinderoperettes. Haar bekendste werk is het liedje Onder moeders paraplu (1910). Sutorius groeide op in een katholiek gezin. Zij was de dochter van wolhandelaar Wilhelmus Hubertus Alphonse Sutorius en Anna Maria Josepha Swagemakers. Zij had vijf zussen en een broertje. Sutorius bleef altijd ongetrouwd. Wel was zij pleegmoeder van een nichtje. De boeken van Anna Sutorius waren zeer populair bij de jeugd in de eerste helft van de twintigste eeuw. De inhoud was minder braaf dan ander werk uit die periode, kinderen in haar verhalen konden ondeugend zijn en ouders en onderwijzers hadden niet altijd gelijk. In 'Meisjes-idylle' bijvoorbeeld trekken meisjes er zonder ouderlijk toezicht met de auto op uit en in 't Dorpskindje' loopt een H.B.S.-meisje met een jongen. De kritieken op het werk van Sutorius waren dan ook zeer gemengd. De boeken en liedjesbundels werden geïllustreerd door onder anderen Rie Cramer, Wouter Kauders, Berhardina Midderigh-Bokhorst en Sijtje Aafjes. Componist Johannes Wierts zette veel van haar versjes op muziek. Bijvoorbeeld: 'Onder moeders paraplu'; 'Klein poppedijntje, donderidon'; 'Een aardig, klein wit poesje was op de wandeling'; en 'Prinsesje in de tuin'. Overleden te Bilthoven.