Geboren te Tłumacz, Polen. Na universitaire studies en de gelijktijdige voltooiing van het rabbijnse seminar in Wenen, trad Israël Zwi Kanner na zijn doctoraat van 1931 tot 1938 op als predikant van de Israëlitische religieuze gemeenschap in Wenen. In 1938 werd hij gearresteerd na de nationaalsocialistische overname en emigreerde naar Luxemburg. In 1939 vestigde hij zich in Palestina, waar hij op een middelbare school in Tel Aviv les gaf in Talmoed, Bijbel, Joodse en algemene geschiedenis en maatschappijleer. Vanaf 1967 doceerde hij folklore en Duitse taal aan de universiteit van Tel Aviv. In 1973 was Israël de gastrabbijn van Zwi Kanner in Düsseldorf. Israel Zwi Kanner heeft talloze boeken in het Duits en Hebreeuws gepubliceerd, waaronder 'Joodse sprookjes' en 'Nieuw-Joodse sprookjes' die tot voor kort zijn gepubliceerd. Het werk 'Sarah Aaronson' is in Diekirch gepubliceerd door E. Schumacher. Een joodse heldin vertelt het verhaal van een vrouw die in de Eerste Wereldoorlog voor de Britten aan het Palestijnse front spioneerde en, toen ze door het Turkse leger werd gemarteld, zelfmoord pleegde om haar medesoldaten niet te verraden. Het is door Israel Zwi Kanner gestileerd tot een Joodse Jeanne d'Arc. In de bron van zijn werk verwijst Kanner naar communicatie die hij persoonlijk van David Kon in Luxemburg heeft verkregen. Het proefschrift dat ten grondslag ligt aan het werk dat er geen mensen zijn zonder heroïsche rolmodellen, is ook te vinden in Josef Trumpeldor (Wenen 1936), een biografie van de vroege zionistische activist en oprichter van Hachalnz die zich inzet voor de vorm van de novelle. In 1938 verscheen het politieke boek 'The Palestinian Arab Countries'. Postuum gepubliceerde levensverhalen van Talmud en Midrasj werden in 1983 gepubliceerd onder de titel 'Het sprak onze vaders'. Overleden te Tel Aviv, Israël.