Geboren in Riga, Letland. Was een Duits katholiek schrijver van Baltisch-Duitse afkomst, vooral bekend om zijn satire op Hitler, 'Der Großtyrann und das Gericht'..Zoon van de een arts. maar kwam als kind naar Duitsland en ging tot 1910 in Lübeck naar school. Aanvankelijk studeerde hij theologie in Marburg, maar schakelde op germanistiek over. Hij studeerde in München toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak; als luitenant vocht hij in de Baltische staten, en na de oorlog streed hij nog tegen het Rode Leger. Hij huwde in 1919 met Charlotte Hensel. Hij studeerde nog verder in Berlijn, maar voltooide zijn studie niet. Tezelfdertijd ging hij als journalist werken en vertaalde romans van Dostojevski, Tolstoj en Toergenjev. Zijn eerste roman, Das Gesetz des Atum, verscheen in 1922, toen hij hoofdredacteur van het tijdschrift Ost-Informationen was. Zijn krantencommentaren waren zeer scherp voor de nazi's. Vanaf 1927 leefde hij van de pen. Daarna werd hij journalist en schrijver. Liet zich in 1936 bekeren tot het Rooms Katholicisme. Overleden in Baden-Baden.