Geboren te Haringe. Hij was de zoon van Augustus Leroy, landbouwer, en Rosalia Coene. Julius "Jules" Armand Leroy was een Vlaams priester en schrijver. Hij verhuisde rond 1865 naar Beveren. In 1884 werd hij tot priester gewijd om vervolgens les te geven te Brugge. Nadat hij even dienst deed als onderpastoor te Staden werd hij benoemd tot pastoor te Wulpen in 1910. Vanaf 1933 was hij priester op rust te Veurne. Hij publiceerde geregeld in Biekorf. Hij raakte vooral bekend doordat hij oude verhalen optekende en bundelde in een achtdelige reeks Zeisels en vertellingen (verschenen vanaf 1893). De meeste delen van de reeks werden 7 keer herdrukt. Vanaf de tweede druk verscheen als inleiding een brief van Guido Gezelle met felicitaties naar aanleiding van het verschijnen van de bundels.