Geboren te Den Bosch. De Morée kreeg les van aan de Katholieke Leergangen in Tilburg (van Jan van Delft), de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch en de Académie de la Grande Chaumière in de Parijse wijk Montparnasse. Hij hield zich bezig op verschillend kunstgebied en bracht onder meer tekeningen, schilderijen, beelden en glasmozaïeken voort. Daarnaast illustreerde hij een groot aantal boeken; deze signeerde hij met GJL de Morée van Lierde. Ander werk signeerde hij met een 'G' bovenaan een 'M'. Daarnaast vervaardigde hij kruiswegstaties. Hiervan zijn veertien terug te vinden in de Martelaren van Gorcumkerk in het West-Brabantse dorp Stampersgat. In 1933 richtten hij, Dio Rovers, Paul Windhausen en Jan Strube de Bredasche Kunstkring op om het kunstleven in Breda de bevorderen. Net na de Tweede Wereldoorlog, in 1947, richtten hij, Rovers en Niel Steenbergen de Vrije School voor Beeldende Kunsten op (de latere Academie St. Joost). Leerlingen van De Morée waren bijvoorbeeld Ben Brekelmans, Clemens van Lamsweerde, Jan Willemen en Pierre van Ierssel. Overleden te Breda.