Constanza van Beek studeerde aan het Europees Conservatorium van Parijs en was als musicus onder meer verbonden aan het Scalatheater van Milaan. Op haar zesde schreef ze een sprookje over een toverpotlood waarin alles wat het tekende of schreef tot leven kwam. Het toverpotlood blijkt haar op alle reizen vergezeld te hebben, want na jaren kwam het te voorschijn met het dringende verzoek eindelijk weer aan het werk te mogen. De reis naar Shalaya is haar eerste wonderlijke verhaal.